283 - DOORBRAAK GTONDWETTELIJK RECHTERS EINDELIJK VOLTALLIG
*
Vrijdag 19 juni 2020
*
Thierry Detienne
foto: ©Belga
*
Thierry Detienne volgt Jean-Paul Snappe op
Grondwettelijk Hof opnieuw voltallig
*
Op
12 juni benoemde de Senaat een nieuwe rechter in het Grondwettelijk
Hof. Na het politiek débacle dat gepaard ging met de herhaaldelijke
voordracht van oud-Ecolo-voorzitster Zakia Khattabi besloten de
Senatoren het over een andere boeg te gooien. Het nomineren van een
niet-jurist was niet langer aanvaardbaar voor de Belgische upper
chamber, het aanschaffen van de juiste partijkaart onvoldoende voor een
zitje in het Grondwettelijk Hof.
Na
een openbaar debat op de Senaatsvloer volgde de benoeming van de
nieuwste aanwinst. Senatoren tartten hun partijvoorzitters door de hen
opgelegde marsorders naast zich neer te leggen. Het akkoord tussen de
traditionele partijen dat de wettelijke taak van het parlement uitholt
ten voordele van partijpolitieke achterkamertjespolitiek verdween in de
prullenmand. Iedere fractie, iedere Senator kwam er aan te pas bij de
zoektocht naar een opvolger van Jean-Paul Snappe, de oud-parlementariër
voor Ecolo die eind 2019 op emeritaat ging. Een consensus-figuur die op
de instemming van verschillende fracties kon rekenen werd gezocht en
gevonden.
Thierry Detienne
In
een parallel universum lukte op die manier de benoeming van een gedegen
jurist en geen nobele onbekende met een Groene partijpas. In déze
versie van de soapopera die de Belgische partijpolitiek duidde het
parlement Thierry Detienne aan als grondwetswaakhond. Alle partijen
uitgezonderd het Vlaams Belang verleenden hun steun aan Detienne’s
kandidatuur.
Na vijf jaar in de Leuvense rechtenbibliotheek herken je doorgaans nochtans de grote namen van de vaderlandse rechtspraktijk.
De
naam Thierry Detienne deed bij ondergetekende niet meteen een belletje
rinkelen. Na vijf jaar in de Leuvense rechtenbibliotheek herken je
doorgaans nochtans de grote namen van de vaderlandse rechtspraktijk.
Detienne’s Kamerfiche bevestigde mijn vermoeden dat de rangen van Ecolo
blijkbaar zo uitgedund zijn dat haar partijbureau voor een tweede keer
op rij een partijsoldaat zonder rechtendiploma voordroeg.
De
ecologist ronde succesvol een opleiding in de Romaanse filologie af aan
de Universiteit van Luik – het equivalent van de hedendaagse master in
de Taal- en Letterkunde. Volgens de Kamerwebsite werkte hij na een
aanvullende lerarenopleiding in het secundair onderwijs. Bemoedigend om
te zien hoe hoogopgeleiden de weg vonden naar het onderwijs, al is niet
onmiddellijk duidelijk hoe deze loopbaan hem voorbereidde op een
carrière in de vaderlandse magistratuur.
Snappe en Detienne
Ecolo
steunde Detienne’s kandidatuur uiteraard niet voor zijn toewijding aan
de Waalse jeugd. Detienne vertegenwoordigde de kieskring Luik van 1991
tot en met 2003. Tijdens de laatste legislatuur verving Muriel Herkens
hem in die taak vervangen door Elio Di Rupo hem aanduidde als minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid in de paarsgroene Waalse
regering-Di Rupo I.
In
die regering was Jean-Paul Snappe, de voorganger van Detienne in het
Hof, de kabinetschef van die laatste. Tijdens het ministerschap van de
huidige rechter in het Grondwettelijk Hof was de vorige zijn
rechterhand. In mei 2001 maakte Snappe de overstap van het
kabinet-Detienne naar het Hof. Dit is een nieuwtje waarover onze
gevestigde media trouwens niet berichtten. Snappe en Detienne startten
eerder samen hun politieke carrière op het nationale niveau in 1991,
Snappe als Senator, Detienne als Kamerlid. Tot en met 1995 zetelden zij
door het zogenaamde dubbelmandaat ook samen in de voorloper van het
Waals Parlement.
Vinger aan de pols
Dat
Snappe een vinger in de pap had bij de aanduiding van zijn opvolger
lijkt, hoewel niet te bewijzen, niet onaannemelijk. Het zou in ieder
geval verklaren waarom een ex-politicus wiens laatste actief
parlementair mandaat meer dan twintig jaar geleden een einde nam
opgevist werd om, in alle medialuwte, zijn voormalige werknemer op te
volgen.
Ex-parlementariërs zouden hun vinger aan de pols hebben wat de gevoeligheden rond bepaalde stukken wetgeving betreft.
Dat
Detienne zich reeds zo lang heeft teruggetrokken uit het politiek leven
ondergraaft trouwens een centraal argument voor het bestaan van de
klasse van politieke rechters in het Grondwettelijk Hof.
Ex-parlementariërs zouden hun vinger aan de pols hebben wat de
gevoeligheden rond bepaalde stukken wetgeving betreft.
een minder gekwalificeerde versie van Zakia Khattabi
Hierdoor
zouden zij een tegengewicht vormen voor de beroepsrechters die een
grotere gewilligheid aan de dag zouden leggen om wetgeving die zij
ongrondwettelijk achten te vernietigen, ongeacht de politieke
consequenties. Maar Detienne houdt zich al twee decennia niet meer bezig
met wetgevend werk wat niet onmiddellijk opheldert waaruit zijn
meerwaarde voor het Hof net bestaat. In die zin is de oud-minister een
minder gekwalificeerde versie van Zakia Khattabi, wier parlementaire
carrière van recentere datum is.
Nochtans
hadden de politieke partijen van dit land de kans om de
benoemingsprocedure grondig te hervormen. Dit hadden zij zelfs vlak voor
de meest recente benoeming kunnen doen. Een onderbelicht aspect van
deze procedure is immers haar, ironisch genoeg, niet-grondwettelijke
aard. De Belgische grondwet wijdt slechts één bepaling aan het Hof, één
artikel dat niet veel meer doet dan het parlement opdragen om via een
Bijzondere Wet de organisatie van het Hof te regelen, inclusief hoe zijn
rechters benoemd worden.
Koehandel
Zo’n
Bijzondere Wet vereist een dubbele meerderheid. Deze
meerderheidsvereisten hebben als doel het verzekeren van de instemming
van beide grote taalgemeenschappen in dit land. De Bijzondere Wet op het
Grondwettelijk Hof kan aldus geamendeerd worden mits goedkeuring door
twee derde van de Senaat en Kamer én de instemming van een gewone
meerderheid van beide taalgroepen.
Van
vandaag op morgen kan, mits voldoende politieke wil, de restrictieve
vereiste van het politiek personeel in het Hof geschrapt worden.
Maar
een wijziging van de benoemingsprocedure vereist niet het voor
herziening vatbaar verklaren van de grondwet en het ontbinden van Kamer
en Senaat. Van vandaag op morgen kan, mits voldoende politieke wil, de
restrictieve vereiste van het politiek personeel in het Hof geschrapt
worden.
Maar
het Khattabi-débacle was voor onze politieke partijen klaarblijkelijk
onvoldoende motivatie om de eerste stappen te zetten richting het
afschaffen van deze politieke koehandel. In de tussentijd menen onze
Senatoren zich gebonden door een akkoord dat hen niet bindt. De
partijbureaus plaatsen de garantie op één hen goedgezinde rechter boven
een grondige case by case beoordeling van iedere kandidaat-rechter
telkens een plaats openvalt. Al dit voorspelt weinig goeds voor de
toekomst van ons Grondwettelijk Hof.
Roan Asselman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten