253 - DOORBRAAK
*
Maandag 1 juni 2020
*
VOOR GESCHRIJFSEL
Neem gerust een tweede stoel voor U gaat zitten na het lezen van wat volgt…
Of
beter nog, verzamel centen om overal te lande in de pers-tempels een
reuzengroot monument op te richten. Naar het motief hoeft U niet eens te
zoeken….
*
'KAAIMAN' KOEN MEULENARE GAAT MET PENSIOEN
(Opvolger gezocht)
**
*
*
Geen Kaaiman om sacochen van te maken
Koen
Meulenaere gaat vandaag met pensioen. Een droeve dag voor het Vlaamse
medialandschap. Geen Kaaiman meer na vandaag. Jarenlang was zijn column
een vast onderdeel van mijn ochtendritueel. Ik zal het vanaf morgen
terug met de Druivelaar moeten doen…
Meulenaere
begon in 1980 met te schrijven voor het net opgerichte Sportmagazine.
Daar had hij de roemruchte column ‘De Scout’. Vanaf 1991 schreef hij
wekelijks ‘Kwaad Bloed’ in Knack. Eind 2005 veranderde de naam van zijn
column: het werd ‘Bladspiegel’. Daarin ging hij verder in dezelfde
traditie. In 2012 maakte hij samen met Rik Van Cauwelaert de overstap
naar De Tijd, waar hij voortaan dagelijks publiceerde als ‘Kaaiman’.
In
de Wetstraat en omstreken zullen er velen een zucht van verlichting
slaken. Maar niet alleen in de Wetstraat. Meulenaere deelde met ons zijn
kijk op de maatschappij en topfiguren uit de politiek en de
zakenwereld. Ook uit de sportwereld, waar hij een grote kenner van is,
haalde hij inspiratie, evenals uit de mediawereld. Uit zijn columns
bleek vaak hoe verweven die verschillende universa zijn.
Meesterlijke satire
Dave
Sinardet (professor politicologie VUB/Université Saint-Louis Bruxelles)
merkt op dat het wapen van de humor een grotere ruimte creëert om
maatschappelijke fenomenen aan te kaarten. ‘Zijn stukken steken de draak
met machtige figuren maar bevatten ook bredere
politiek-maatschappelijke kritiek, bijvoorbeeld over het functioneren
van de media. Hij gebruikt satire en bijzonder creatieve taal en dat
doet hij op een meesterlijke wijze. Als taalliefhebber weet ik zijn
stijl bijzonder te appreciëren.’
Een satiricus heeft wel degelijk impact
Zelf
omschreef Meulenaere bij zijn overstap naar De Tijd zijn columns als
een dagelijkse karikatuur van de werkelijkheid. Omdat ‘een kaaiman door
de wat aparte structuur van handen en voeten niet kan tekenen, schrijft
hij zijn spotprent in woorden.’ Sinardet sluit zich hierbij aan. ‘Je kan
bij Meulenaere de vergelijking maken met een cartoonist. Een satiricus
heeft wel degelijk impact zonder daar noodzakelijk veel verantwoording
voor af te moeten leggen. Wanneer Kaaiman iemand negatief afschildert in
zijn column is het moeilijk om te gaan klagen dat je wordt belasterd of
geframed. Het is uiteindelijk maar humor, het is om te lachen. Terwijl
een “serieuze” columnist of editorialist zich aanzienlijk minder kan
permitteren. Die moeten veel voorzichtiger zijn. Maar Meulenaere
beoefent het métier meesterlijk. Hij weet zich goed te informeren,
steekt die informatie ook in zijn stukken en kan dit vermengen met
satire waardoor de grens al eens durft te vervagen.’
Wahrheit und Dichtung
Je
kan je de vraag stellen of Meulenaeres pen in de Wetstraat gevreesd
werd. Karel De Gucht (Open Vld, ‘Het IJskonijn’), zelf regelmatig het
onderwerp van ’s mans satire, relativeert dit. ‘Ik heb zijn stukken
altijd kunnen smaken. Ze waren heel goed geschreven en het gaat ook
duidelijk over ironie, het is altijd een mengeling van Dichtung und
Wahrheit. Ik heb daar nooit een probleem mee gehad. Het is wel zo dat
sommige mensen daar niet echt gelukkig mee zijn, maar dat is dan maar
zo. Zijn stijl is ook zó opvallend ironisch, sarcastisch soms, dat er
geen reden is om je daar speciaal door geviseerd te voelen.’
Heeft
hij een invloed gehad op de politiek? De Gucht: ‘Dat zou je moeten
vragen aan mensen die momenteel nog aan politiek doen. Ik heb me nooit
laten beïnvloeden door hoe er in de pers over me werd geschreven. Er
zijn mensen die daar stekelig op reageren… Ik heb er geen probleem mee
dat men ironisch schrijft, en mensen die daar moeilijk tegen kunnen, dat
is dan in eerste instantie eigenlijk hún probleem. Hij heeft wel iets
betekend in het journalistieke landschap. Hij heeft een eigen positie,
die hij vroeger ook in Knack had. Zijn stukken waren heel goed
geschreven en ik heb daar altijd goed om kunnen lachen. Bij anderen was
dat lachen misschien eerder zuur, sommigen werden ook systematisch door
hem geviseerd. Ik heb nooit de indruk gehad dat ik tot dat kransje
behoorde.’
Tot
dat kransje behoorde Johan Vande Lanotte (sp.a, ‘Den Baard’) blijkbaar
wel: ‘Ik heb geen behoefte om hierop te reageren,’ is het enige antwoord
dat we konden noteren bij een vraag om commentaar.
Wetstraat niet bevreesd
De beste pen van ’t land!
Jean-Marie
Dedecker (De Brulboei), die ook uit Oostende afkomstig is, wou wel iets
meer kwijt. ‘Het pensioen van Koen Meulenaere? Ho ho, jammer hé?! De
beste pen van ’t land! Scherp, spiritueel, fantastisch geïnformeerd! Het
is een unicum. De meeste mensen begonnen destijds aan hun Knack met de
laatste twee pagina’s… Het siert De Tijd dat zij de man een plaats
hebben gegeven toen hij wegging bij Knack. Je mag niet vergeten dat De
Tijd de krant is van het establishment. Of men in de Wetstraat bevreesd
was voor zijn pen? Ik denk dat men in de Wetstraat voor niets moet
bevreesd zijn. Men mag daar toch doen wat men wil. Ze zijn daar zelfs
niet in staat om maskers te bestellen, maar of je daar nu over schrijft
of niet, ze blijven toch zitten. Men zegt dikwijls dat een minister niet
sneuvelt in het parlement, maar door de slag van de krant. Niet zo in
België. Er is hier geen enkele journalist die die macht heeft. Zelfs als
ze corrupt zijn, blijven ze zitten. Dat is hier geen enkel probleem.’
**
*
Vincent Van Quickenborne: ‘het waarheidsgehalte in Kaaimans columns lag vaak hoger dan in wat er vooraan stond in de krant.’
Vincent
Van Quickenborne (Kamerfractieleider Open Vld) roemt vooral Meulenaeres
netwerk. ‘Ik denk dat sommige mensen zich hoogst ongemakkelijk voelden
bij zijn columns. In wat hij schreef, gaf hij blijk van een zeer goede
kennis van zaken. Bepaalde dossiers kende hij duidelijk tot in de
details. Dat kan enkel tot bij hem zijn gekomen via bijzonder goed
ingelichte bronnen. Laat ons zeggen dat het waarheidsgehalte in zijn
columns vaak hoger lag dan in wat er vooraan stond in de krant. Ik denk
wel dat de lezers hem met enige nuance lazen en dat ze niet altijd goed
beseften dat achter de ironie vaak heel ernstige zaken schuilgingen. In
elk geval zorgde Meulenaere er wel voor dat velen met de laatste pagina
van de krant begonnen.’
Moordend Tempo, Ongezien Talent
Meulenaere
hield er een stevig tempo op na. Rik Van Cauwelaert, Meulenaeres
compagnon de route, verduidelijkt. ‘Iedere dag een column van die
kwaliteit, dat is moordend. Ik heb hem daarvoor gewaarschuwd bij onze
overstap naar De Tijd, maar hij had dat blijkbaar goed uitgekiend.
Overigens had hij dat tempo ook bij Knack. Daar heeft hij nooit
onderbroken. Bij De Tijd heeft hij gedaan wat hij vroeger nooit deed:
hij heeft vakantie genomen. Maar goed, hij had al een tijd gezegd dat
hij er mee ging stoppen. De krant – maar ook ik— heeft aangedrongen om
door te gaan, maar hij vindt het wel geweest en is daar ook nogal
onverzettelijk in.’
Van
Cauwelaert steekt zijn bewondering niet onder stoelen of banken. ‘Koen
is een ongelofelijk getalenteerd journalist. Hij heeft een
encyclopedisch geheugen. Ik ken niemand die zoveel afweet van sport,
bijvoorbeeld, als hij. Hij is een tijdje naar de radio getrokken, waar
hij kon rekenen op de appreciatie van Jan Wauters, toch niet de minste…’
Meulenaere is een ongelofelijke allrounder zoals je die zelden aantreft
‘Maar
ook als interviewer is hij een absolute topper,’ vervolgt Van
Cauwelaert. ‘Hij komt terug van een gesprek en vat meteen de essentie in
vijf regels samen. Destijds bij Knack hadden we ‘De Kroonraad’, een
gesprek over de actualiteit, met mensen als Mark Eyskens, Monika Van
Paemel, Etienne Vermeersch en nog vele anderen. Die gesprekken wist hij
dan te vatten op twee pagina’s. Alles zat daar in. Aan die teksten
hebben we nooit iets moeten veranderen, die mensen waren verbijsterd
door zijn talent. En, geef toe, professor Vermeersch was nu niet direct
de gemakkelijkste… Meulenaere is een ongelofelijke allrounder zoals je
die zelden aantreft. Ofwel zijn het goede interviewers, ofwel zijn het
echte nieuwsjagers die op onderzoek uittrekken en de zaak tot de bodem
uitspitten, maar deze jongen kan álles.’
Problemen en klachten
Toch
zijn er momenten geweest waarop Meulenaere in de problemen kwam. Van
Cauwelaert ziet daar echter de betrekkelijkheid van in. ‘Er zijn wat
aanvaringen geweest, onder andere destijds met Freya Van den Bossche,
naar aanleiding van haar afstudeerthesis. Die heeft toen een proces
aangespannen, maar daar is nooit iets van gekomen. Er zijn nog een paar
mensen geweest die zich beklaagd hebben, maar vreemd genoeg is dat nooit
gebeurd toen ik hoofdredacteur was bij Knack. Bij De Tijd heb ik nooit
opgevangen dat er klachten waren, al zullen ze daar ook wel eens zijn
aangesproken. Want in een krant als De Tijd is het niet evident om zulke
stukken te publiceren. Dat was heel moedig van Isabel Albers en
Frederik Delaplace (destijds hoofdredacteuren bij De Tijd — WM) om zo
iemand binnen te halen.’
veel van wat hij schreef was ook waar
‘Geen
enkele andere krant ging bij ons vertrek bij Knack zelfs maar overwegen
om ons onderdak te geven. Ik denk wel dat het een juiste inschatting
was, want Kaaiman heeft De Tijd een boost gegeven. Het lezerspubliek van
krant heeft deze vreemde eend in de bijt snel aanvaard. Zij kunnen ook
het onderscheid maken tussen satire en de harde realiteit. Nu, veel van
wat hij schreef was ook waar. Er zat overdrijving bij, in de manier
waaróp hij het schreef, waardoor het grappig werd. Maar de grond van de
zaak was gewoon wáár, hé. Hij heeft zichzelf nooit ernstig genomen, maar
wel dat wat hij deed: zijn werk.’
Opvolging niet vanzelfsprekend
**
*
Op
de vraag of er iemand in zijn voetsporen kan treden komt geen
bevredigend antwoord. Dedecker is duidelijk. ‘Nee, die zie ik niet in
Vlaanderen. ’t Is misschien een oude Kaaiman, maar ze gaan er nog niet
direct sacochen van maken.’
ongetwijfeld de scherpste pen van alle journalisten
Van
Quickenborne ziet evenmin een vervanger opstaan. ‘Ik denk dat we zijn
scherpe pen gaan missen. Ik vind dat het medialandschap wat kaal en dor
aan het worden is. Hij heeft ongetwijfeld de scherpste pen van alle
journalisten. Momenteel beschikt bij ons niemand over de humor die
Meulenaere zo kenmerkt, het vermogen om met een welgekozen bijnaam
iemand te karakteriseren.’
Volgens
Sinardet worstelt Vlaanderen wat met het satirische genre. ‘In de ons
omliggende landen bestaat er een grotere traditie. Kijk naar de
cabaretiers in Nederland, of Charlie Hebdo in Frankrijk. De Britten zijn
ware meesters in het genre. Bij ons ligt dat toch wat moeilijker. Ik
heb de indruk dat onze wat problematischere omgang met die stijl dieper
cultureel geworteld is. Wat dat betreft is Meulenaere een uitzondering. Michael Van Peel
zie ik als cabaretier wel kritisch tewerk gaan wat betreft
maatschappelijk-politieke thema’s. Hij is erin geslaagd om dat naar een
breder publiek te brengen met zijn oudejaarsconferences maar daar is hij
nu ook mee gestopt. Ik zie niet direct een opvolger.’
Kaaiman An Clapdorp | Doorbraak
Rik
Van Cauwelaert, compagnon de route van Kaaiman: ‘Er zal iemand moeten
komen die iets nieuws ontwikkelt. Er komt gewoon vroeg of laat een
nieuwe stem. Punt.’
Een nieuwe stem?
zomaar de plaats innemen van Koen zal niet lukken
Van
Cauwelaert vindt het onverstandig om te snel op zoek te gaan naar een
talent. ‘Je kan niet zo maar zeggen “die of die gaat nu Meulenaere
opvolgen”. Plots zal er wel iemand opduiken die interessant is, omdat
die appelleert aan de tijdsgeest, omdat die een referentiekader meeheeft
waar een generatie zich in kan herkennen. Ik zie op dit moment wel
getalenteerde columnisten — ook vrouwen, overigens — waar iets inzit.
Maar zomaar de plaats innemen van Koen zal niet lukken. Als debutant
word je afgemeten aan je voorganger en daar kan je in dit geval nooit
goed uitkomen. Zo werkt het niet in de pers. Er zal iemand moeten komen
die iets nieuws ontwikkelt. Er komt gewoon vroeg of laat een nieuwe
stem. Punt. Zo gaat dat.’
Voor
wie zich geroepen voelt: er staat een vacature open bij De Tijd, al
hebben ze die niet zó duidelijk gepubliceerd. Je kan beginnen met
Kaaimans columns te waarderen, maar ondertussen is de wereld vandaag een
beetje droever geworden…
Winny Matheeussen
*
NA GESCHRIJFSEL
*
Om samen te vatten….
…..’Uit zijn columns bleek vaak hoe verweven die verschillende universa zijn’.
-
‘De meeste mensen begonnen destijds aan hun Knack met de laatste twee pagina’s’…
HOE IN ’S HEMELS NAAM KAN HIER ZO MAAR EEN VAN MIJN EIGEN SLECHTE GEWOONTES TE GRABBEL GEGOOID WORDEN?????
Geen opmerkingen:
Een reactie posten