zondag 30 juni 2013

1466 - EEN MENSBRUGGHE ALS STRAATBLOGGER IN VERVOERIG TEN HEMEL


Zondag 30 juni

Zon 5u33-21u59

H Adilia

.

1466 - EEN MENSBRUGGHE ALS STRAATBLOGGER IN VERVOERIG TEN HEMEL

°°°

 

© Tim F. Van der Mensbrugghe.

°°°

Ach, die artiesten toch! Altijd met hun kop in de wolken. Zelfs bij regen en stromweer. In tegenstelling tot Theo Van Gogh heeft de man hierboven waarschijnlijk nog beide oren, al verbergt hij dat vakkundig voor de camera onder zijn weelderige haar- en baardgewas.
De man schrijft over Mekka, de socialisten-stand Gent met hetzelfde talent als hij had kunnen schrijven over weiden als wiegende zeeën die groenen langs stroom en rivier. Zijn werkstuk is ongetwijfeld het verheven resultaat van de buiten-lift, het bisschoppelijk paars naast hem en wie weet, van een paar jointjes voor privé-gebruik. Dus helemaal volgens het boekje, en bijgevolg ‘Nihil Obstat’ voor publicatie in De Morgen.
Moest er een schilderijtje kunnen van gemaakt worden, men zou er de engelen-vleugeltjes horen in ruisen. Het zou als titel kunnen gekregen hebben : ‘De Torens van Gent’, wijl op de achtergrond, als een scherp verwijt uit vroeger tijden, Klokke Roeland had kunnen klinken uit ‘t oude Belfort, dat rijst, eenzaam en grijsd, zinnebeeld van ’t verleden. Maar soms hij rilt en eensklaps trilt  zijn bronzen stemme door de stede. Geen Turk die het begrijpt, en geen Gentenaar die het nog weet…. Daarom ligt die bronzen stemme (Klokke Reoland) dan ook gewonnen verloren op het Emile Braun-plein, gewoon tegen de straatstenen, gemakshalve binnen het bereik der straathonden, die er op hun dagelijks wandelingetje, hun pispaaltje van gemaakt hebben
*
Der Oud‘ren fierheid : tja, waar zou die nu precies gevaren zijn? Als zelfs de Torens van Gent gemaakt blijken te zijn  van zandsteen?
Mogen, volgens de Koran, minaretten gemaakt zijn van zandsteen?

°°°

Ter zake :

De weg naar de hemel is een gammele lift

dm Straatblog Journalist Tim F. Van der Mensbrugghe schrijft op regelmatige basis over wat hij hoort, ziet en meemaakt in 'zijn' Gent. Omdat de Sint-Baafstoren voor vijf jaar uit het zicht verdwijnt, klom hij nog eens helemaal tot boven met bisschop Luc Van Looy.

 “Zo kalm, er zijn nog maar weinig toeristen", merkte de bisschop zopas op toen we door de kathedraal naar de toren wandelden. In mijn eigen dacht ik: zoudt u zich niet beter zorgen maken over het aantal gelovigen in uw kerken?

© Tim F. Van der Mensbrugghe. En dan nu het evangelie volgens Karel van de Woestijne: "Bazuinen schallen van de hoogten van de Sint-Baafstoren. Men ziet, tien meters hoog, de arm zwaaien van een kapelmeester. Naast mij staat een Hollander, als verbijsterd door zoveel grootsheid. Wij, Vlamingen, wij blijven gemoedelijk, aan grootsheid gewoon."

De Gentse dichter-journalist schreef het in 1911 en ook vandaag is-ie nog groots, de Sint-Baafstoren. Maar bovenal is hij verweerd. De blokken kalkzandsteen kunnen de moderne tijd van zure regen en uitlaatgassen niet aan. Net zoals ook de katholieke kerk zich maar moeilijk kan aanpassen aan de 21ste eeuw.

Luc Van Looy wordt in september 72, maar ondanks zijn eerbiedwaardige leeftijd wil de Gentse bisschop de toren van zijn kathedraal nog eens beklimmen. "Ik hoop dat ik nog tot boven geraak", wijst de monseigneur naar zijn tegenstribbelend heupgewricht. Hij heeft geluk: we mogen mee in de lift van de bouwvakkers.

Schietgebedje

Onderweg naar de top wekt het gekreun van de minimalistische kooi weinig vertrouwen. Het ding is niet meer dan een metalen frame dat langs de buitenkant van de stelling omhoog klimt. De bodem waarop we staan, is een houten plaat. Een devoot schietgebedje is hier geen overbodige luxe.

Wanneer de lift schokkend en krakend tot stilstand komt, klautert monseigneur Van Looy met enige moeite over de borstwering van de toren. "Het is nog maar de tweede keer dat ik hier sta", erkent de bisschop, die al bijna tien jaar de scepter zwaai over het bisdom Gent.

Het uitzicht is goddelijk. Gent is tegelijk zeer klein en zeer groot. Bij helder weer kun je Antwerpen zien liggen, wist des bisschops woordvoerder mij vooraf te vertellen, maar dat zicht wordt ons bespaard. Gent van horizon tot horizon: veel te schoon, zelfs met donkere wolken erboven. De weg naar de hemel is een gammele lift, veel dichter bij het paradijs zal ik vandaag niet komen.

 

"Een gemeenschap, geen gebouw"

"Over God zwijg ik, want hij schiep mijn stad Gent boven alles", hoorde ik een oude schilder ooit zeggen. Ook ik zwijg over God, want ik sta tenslotte op het dak van Zijn huis. De Heilige Vader heeft het niet slecht gedaan in de vastgoedsector: de stad staat vol met Zijn huizen, dat zie je van op de Sint-Baafstoren heel goed. Het zijn allemaal oude gebouwen, weliswaar mooi in hun statigheid. Moet de kerk van Jezus Christus niet eens iets moderns neerpoten, kwestie van een nieuw, jeugdig publiek aan te trekken?

"Neen, de kerk moet geen kerkgebouw voor de 21ste eeuw neerzetten", tikt de bisschop mij salesiaans op de vingers. "Dan zouden we toch weer binnen blijven zitten. We moeten net naar buiten komen, de sacristie verlaten. De kerk is een gemeenschap, geen gebouw. De kerk moet zich bezighouden met oorlog en vrede, met de armoede in de steden. Wij moeten eenzame mensen opvangen. Het is aan ons om de armen en de zwakkeren te steunen."

Van Looy overschouwt zijn mistige bisdom. Sinds kort domineren twee nieuwe torens het landschap: de Lovelingtoren aan Gent-Sint-Pieters en de KBC-Arteveldetoren aan Flanders Expo. Tekenend voor deze tijd dat de hoogste gebouwen van Gent kantoortorens zijn. "Ach, en er zullen nog hogere torens komen. Daar maak ik mij geen zorgen over", sust Van Looy.

"We zullen nu wel onze rekeningen schrappen bij KBC, dat zal ze leren", grapt rector Ludo Collin.

Missie

"Zo kalm, er zijn nog maar weinig toeristen", merkte de bisschop zopas op toen we door de kathedraal naar de toren wandelden. In mijn eigen dacht ik: zoudt u zich niet beter zorgen maken over het aantal gelovigen in uw kerken? Het Sint-Baafs is stilaan meer een museum dan een gebedsgebouw, een chique tentoonstellingsruimte voor eeuwenoude kunstwerken. Een bewaarplaats voor fossielen en relicten.

Bovenop zijn toren spreekt de bisschop mij tegen. "Zelfs bij groepen toeristen merk je dat ze ontvankelijk zijn voor de gebedssfeer. Daarin verschilt een kathedraal nog altijd van een museum. Het religieuze gevoel, dat iedereen heeft, wordt aangesproken, zonder dat je daarom christelijk of zelfs maar gelovig bent. Je ziet dat mensen nood hebben aan bezinning als ze een kerk binnenkomen. We moeten ons niet te veel zorgen maken over het aantal mensen dat in de kerk zit. Zorgen voor mensen, dat moet onze missie zijn.

En jawel, Vlaanderen ís missiegebied. "Dat wil zeggen dat de meeste mensen hier niet leven vanuit hun geloof. Ze zijn onwetend of weten niet meer wat geloven betekent. We moeten contact leggen met die mensen", spreekt Van Looy herderlijk.

Een tweede keer in de liftbak klauteren zou mogelijk nare gevolgen hebben voor ons sterfelijk lichaam, dus hobbelen we alle 450 de treden van de toren naar beneden. Vlak voor we weer op straat staan, draait de bisschop zich om en buigt hij zich licht voorover. "Ik wil één ding zeggen", kondigt monseigneur Luc Van Looy sacraal aan. "Ik was wel eerst."

Een knipoog, een handdruk en weg is hij, zich een weg banend tussen de vroom zwijgende toeristen.

Geschreven door AABEE via Digitalia

°°°



°°°

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten