donderdag 18 juli 2013

1491 - HAND IN HAND MET DE BEULEN VAN DOLF-MET- DE-SNOR WAS DAT COLLABORATIE ?


..

Donderdag 18 juli

Zon 5u50-21u47

H Frederik van Utrecht

.

1491 - HAND IN HAND MET DE BEULEN VAN DOLF-MET- DE-SNOR WAS DAT COLLABORATIE  ?

.

Leon Degrelle, Obersturmbannführer van het Waals SS-Legioen :


Die wist het antwoord! Want hij was de zoon die Hitler had gewild!

.

Toevallig een stukje tegen het lijf gelopen over de collaboratie bij onze Zuiderburen. Impossible mais vrai! En laat dat nu juist de grote vaderlanders zijn, die zo gaarne als voorbeeld genomen worden door Belgen van beneden de armoegres, om ons, Vlamingen, aan die zwarte bladzijden uit het verleden te herinneren. De VNV-ers die zich ‘misdroegen’, hadden tenminste het excuus dat ze dat niet deden om plat materialistische redenen, maar als reactie omdat ze altijd als 2de rangs burgers behandeld werden.
Ik laat U eerst de video zien, en nodig U daarna uit om heel aandachtig het artikel te lezen. ’n Goede raad : ‘Fasten seat belts’, want het zou best kunnen dat U, net als ik, van Uw stoel valt!

Ter zake :


Hebt u zich ook al afgevraagd waarom sommige briljante mensen de nazi’s steunden?

*

In het Canadese televisieprogramma ‘Tout le monde en parle’ was een tijd geleden de Franse auteur Alexandre Jardin te gast. Die schreef in 2011 het boek ‘Des gens très bien’, waarin hij de betrokkenheid van zijn familie bij de monsterdaden van het Vichy-regime tegenover de Joden beschrijft.

17 juni 1942

Jardin is de kleinzoon van Jean Jardin, die directeur van het kabinet Laval was in voornoemd regime. Jardin stelde zich vragen bij de rol van zijn grootvader in 1942. In de razzia bij het Vélodrome d’Hiver (bekend als la rafle du ‘Vel d’Hiv’) werden toen massa’s joden gearresteerd. 7.000 Franse politiemannen en gendarmes - geen Duitsers - zouden op 17 juli van dat jaar zo’n 13.000 joden hebben gearresteerd, waaronder 4.000 kinderen. Minder dan 100 onder hen en geen enkel kind overleefden de deportatie.

Het boek was zeer controversieel en deed de gemoederen vaak hoog oplopen omdat het een bladzijde in de Franse geschiedenis openbaar maakt die tot nu amper besproken is. Jardin werd door geen enkel Frans televisieprogramma uitgenodigd om er over zijn boek te praten.

Onderstaand fragment van het interview is het bekijken meer dan waard omdat het een goed beeld geeft van de krampachtige manier waarop Frankrijk met zijn oorlogsverleden blijft omgaan.

‘Ik zie dat we in Frankrijk gewend zijn grote rechtszaken te organiseren om monsters en kwaadaardigen te berechten, maar dat we 70 jaar na het einde van de oorlog nog altijd niet klaar zijn om over onze grootouders te praten,’ aldus Alexandre Jardin.

‘Mijn grootvader was een held in de familie. Het voorwoord in het boek dat mijn vader over hem had geschreven ('La bête à bon Dieu', 1980) was van de hand van niemand minder dan president François Mitterrand. Toen ik begon onderzoek te doen naar 'al die andere prachtige familieleden' ontdekte ik dat hun verleden een ware nachtmerrie was.’

‘Om deel te nemen aan de vreselijkste zaken hoef je geen monster zijn. Er zijn niet zo veel gekken en perverten. Er zijn niet veel mensen in staat om een kind vast te grijpen en het in een oven te gooien.  Dus om een staatsantisemitsime te organiseren ben je ook verplicht het sjieke volk achter je ideeën te krijgen. En om dat te doen moet je hun moraal bewerken. Staatsmisdaden vinden altijd hun oorsprong in de moraal. Het is altijd hetzelfde. Toen Bush heeft beslist dat er een As van het Kwade en een as van het Goede was, waren bombardementen niet meer veraf. Eens men in de politiek met grote dosissen moraal begint te jongleren, wordt het bijna altijd gevaarlijk. Dat is voor mij de les van mijn grootvader.'

'De vrienden van mijn ouders en mijn grootouders - mensen die doorgingen voor ‘des gens très bien’ - bleken criminelen. Mensen die bedrijven stalen van de joden. Mensen die appartementen stalen van joden. Het waren geen monsters, maar eens de goeden in een maatschappij zich achter de slechten scharen... dat is het einde van een samenleving.'

'Ik ben er van overtuigd dat mijn grootvader dacht dat hij goed deed. Dat is wat zo schokkend is. De soevereiniteit van Frankrijk stond boven alles. Deze mensen zouden alles doen om die soevereiniteit - die hen heilig was - te beschermen. Als daarvoor een gans volk moest worden uitgemoord, dan was dat maar zo. Pas op, antisemiet zijn in dat tijdperk was de regel, niet de uitzondering. Het was een sociale norm. Wie het niet was, was verdacht. Ook de Verenigde Staten hebben zich niet geroerd om Duitse joden te verwelkomen.’

Alexandre Jardin vond de sporen van betrokkenheid van zijn grootvader in de jodenvervolging in de oorlogsarchieven van Berlijn, niet de Franse. In eigen land had Jean Jardin alle sporen kunnen uitwissen, in Duitsland niet. Jardin zou tot 1947 in ballingschap leven om daarna opnieuw een politieke rol in Frankrijk op te nemen. Hij overleed in 1976.

In onderstaande video het fragment waarin Jardin zijn boek bespreekt. Vanaf minuut 14.30 een Franse anti-joodse propagandafilm die de tijdsgeest verduidelijkt


.

Ik heb lang getwijfeld, de gele makeerstift tussen de vingers geklemd. Maar naarmate het lugubere van het verhaal doordrong, zag ik er het spook van de actualiteit achter opdoemen. De heersende klasse van ‘goeden’ achter de nieuwe As van het Kwaad, de Islam, en niet alleen de Joodse, maar ook de andere minderheden, dus ook de Vlaamse, zullen opgepakt en vernietigd worden. En dat, niet alleen om hun bankrekeningen, hun ondernemingen, hun appartementen, en naar goede Moslim-gewoonten, ook hun vrouwen te stelen, maar ook om de gezondste exemplaren als slaven of seiks slavinnen te verkopen. De massa zal bijeengedreven worden om ergens voor goed uit het zicht te verdwijnen.
Alles is inderdaad al eens gebeurd, en de grootste misdadigers gingen, zoals U ziet, achteraf vrij-uit. Meer zelfs, ook bij ons kwamen ze, door hun relaties, vrij vlug weer terug op hun pootjes.
De maatschappij moet, sedert de EU SSR, maakbaar zijn, en wie niet past in het plaatje, wordt na eerst monddood te zijn gemaakt (door een ’cordon sanitaire’ om maar iets te noemen) achteraf gewoon in het vuur gegooid of op de brandstapel gezet.
Dat van die brandstapel was de specialiteit van die andere Philips, de zoon van Keizer Karel V, bijgenaamd Philips II de Verschrikkelijke, die met alle middelen de Vlamingen bleef vervolgen omdat ze samen met de Noordelijke Nederlanden, een afzonderlijke republiek wilden vormen, los van Spanje. Het zijn 3 begrippen die ook in onze dagen te denken geven. Via Fabiola is er de band met Spanje, via Philips de Taaie zijn we weer behept met een kwaadaardig karakter als Vorst, en zonder de Belgische dwangbuis waren wij Vlamingen al lang weer herenigd met de Noordelijke Provinciën.
*
Er komen dus langs de 4 windstreken onweerswolken over ons. De Islam, het hernieuwde Franstalig imperialisme, de minderheden-vervolging, maar vooral de depotisme van de nieuwe koning.
*
Een 3-trapsraket onder het Koningshuis zou 3 van de 4 onweerswolken kunnen naar de achterkant van de maan schieten, met de 4de, de Islam, rekenen we wel zelf af. Misschien dat er voor die raket zaken te doen zijn met Poetin. Als we hem in ruik eens Bruxellabad moesten presenteren, het hart van de Europese Gemeenschap.

.

Geschreven door AABEE via Digitalia

.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten