donderdag 4 juli 2013

1431 - HOE VLAANDEREN NA WATERLOO IN VERKEERDE HANDEN VIEL

Donderdag 4 juli Zon 5u36-21u58 H Elisabeth van Portugal . 1431 - HOE VLAANDEREN NA WATERLOO IN VERKEERDE HANDEN VIEL °°° Mooie symboliek van hoe het allemaal begon En hoe het eindigde met de dieven van de Kroon der Republiek der Zeven Verenigde Provincies, in 1588 °°° Ach, des Konings Oudste Koter, de homo (sapiens?) Philips de Taaie zal straks zijn rol opnemen in het laatste bedrijf van De Stomme van Portici. Zodat er dan eindelijk een einde komt aan de Brabantse Omwenteling, die niet anders dan schâ en vooral schande over ons volk heeft gebracht. “Niemand uitsluiten” zei de ene helft van het Koninklijk Echtbrekerspaar, en hij liep voorop om de Vlamingen, de Lauwen zowel als de Vurigen, overal buiten te sluiten. Frans spreken of zwijgen is altijd het devies geweest van de Coburgers, daarbij wel vergetend dat ze aten en luxe voerden uit de hand van diezelfde Vlamingen. Al-met-al zitten we nu met 2 Vorsten, 3 Vorstinnen en een resem mee-eters in wat het kleinste Koningdom ter wereld is. Tot het Volk zich ermee bemoeit en het hele zootje als klein gevaarlijk afval aan de deur zet. Op den Armee Belge moeten we daarvoor niet rekenen, want pyramiden-bouwers zijn het nooit geweest. Elders las ik dat Frau Merkel, de vroegere DDR-politica bekend van het kont-draaien en de Val van het Sovjet-Imperium indachtig, nu al begint te twijfelen of Duitsland wel zo goed af is als gezegd, met die Euro. Ziet U : de macht van het Volk ontwaakt, zowel in Egypte, als in Bolivië. Met die paar voorbeelden voor ogen, moet het mogelijk zijn, om, als Albert Second de deur toetrekt, dat het Volk ook meteen het licht uit doet. De vergissing van 1830 moet eindelijk worden rechtgezet, en de datum van 21 juli moet daarvoor zelfs niet worden afgewacht. Het enige dat ontbreekt, zijn de wachtwoorden. Maar daar heeft Barbara Pas in het Parlement kordaat en zonder blozen de aanzet voor gegeven. De Hoge Dames en Heren zaten als verstomd te luisteren : hoe durfde ze! Majesteitsschennis! Ai, de beide troonbezetters moeten zich P¨AFSTAND vertwijfeld de haren uit het hoofd hebben getrokken : in het Parlement klonken deze keer de woorden over het einde van België voor vriend en vijand, luid en duidelijk : als de Partij de Coburgers op hun weg zou vinden, dan zullen de Coburgers datzelfde genoegen hebben. Het klonk niet zozeer als een bedreiging, maar het was er wel ene. Wat nu volgt, is in navolging van het Tahirplein in Caïro, de vreedzame bezetting van de Brusselse Grote Markt. Een enige gelegenheid, nu de internationale Pers is samengestroomd om de gebeurtenissen te verslaan. De beelden zullen de wereld rondgaan, en bewijzen dat een volk van 6.5 miljoen Vlamingen gedomineerd en uitgebuit wordt door een Franssprekende Elite uit de minderheid van Franstaligen. Misschien dat op die manier de Vlaamse Regering opgepord wordt tot de Eenzijdige Onafhankelijkheids Verklaring. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid klinkt dan het ‘Sauf’qui peut’ aan Franstalige kant en kan er een begin gemaakt worden aan de exodus van alle volksvreemde elementen. Waardoor meteen een einde zou gekomen zijn aan elk potverteren, zodat het Eigen Volk Eerst op elk ogenblik van het leven, een menswaardig bestaan zou krijgen. °°° Ter zake : Den Vaderlandt ghetrouwe 1813 – 2013 Nederland viert in oktober en november de tweehon-derdste verjaardag als onafhankelijk koninkrijk. Het is geen toeval dat Beatrix juist nu het stokje aan haar zoon heeft doorgegeven, opdat de Nederlanders verder de mythe zouden koesteren dat een Oranje-telg nood-zakelijk is voor de continuïteit van de staat. Nederland als onafhankelijke staat bestaat formeel sinds de oprichting van de Republiek der Zeven Verenigde Provin-cies, in 1588. De Republiek was een halve confederatie en een halve federatie. Eén of meer Oranjes waren stadhouder - bevelhebber van het leger - en hoogste erfelijk ambtenaar, maar geen staatshoofd. Toen in januari 1795 de Fransen op het toneel versche-nen, vluchtte de laatste stadhouder met zoon Willem Frede-rik (de latere Willem I) en kleinzoon (de latere Willem II) naar Londen. Nederland werd de “Bataafsche Republiek”, een vazalstaat van Frankrijk, maar met grote interne autonomie. Het land kreeg een uniforme rechtspraak en godsdienstvrij-heid, zodat katholieken en inwoners van de generaliteitslanden (min of meer Noord-Brabant en Limburg) geen tweede-rangsburgers meer waren. Aan de quasi-zelfstandigheid van de vroegere confedere-rende staten (de Zeven Provincies) werd een einde gemaakt. De stichting van de Bataafse Republiek (toch de start van het huidige unitaire Nederland) werd achttien jaar geleden in mineur herdacht, want dat betekende ook een herdenking van de vlucht van de Oranjes. De Bataafse Republiek publiceerde in 1798 de eerste Nederlandse grondwet. Historici die dat belangrijk document ter gelegenheid van de 200ste verjaardag onder de aandacht wilden brengen, vingen bot toen ze subsidies vroegen. Dat paste niet in het straatje van de Oranjes en van de Nederlandse historische mythes. Nederland koestert zijn historische mythes Heel anders zal het er eind dit jaar aan toegaan. De politici, de Oranjes en de media zullen gretig de legendes vertellen die Nederlanders zo graag horen. Zoals het verhaaltje dat Nederland zelf in 1813 zijn vrijheid veroverde op de Fransen - die het land in 1810 bij het Franse keizerrijk hadden ingelijfd. De Franse bezetting van de vroegere satellietstaat woog zwaar op de economische toestand, maar vooral de conscriptie – de verplichte legerdienst – werd gehaat. “Oranje” werd een strijdkreet van de gewone mensen, want zij moesten hun zonen afstaan om te sneuvelen. Oranje was een gemakkelijke vlag om de afkeer van de Franse politiek te uiten. Typisch was dat het bijna altijd arbeiders en boeren waren die zich tegen de Franse bezetting verzetten. De Nederlandse elite kon de legerdienst van haar zonen afkopen en begon eerst te sputteren toen Bonaparte - tevergeefs - probeerde rijke jongelui bij zogenaamde “Gardes d’honneur” in te lijven. Natuurlijk waren er regenten uit het Oranje-tijdperk die droomden van een herstel van de vroegere situatie, maar talrijk of belangrijk waren ze niet. De meesten hadden hoge ambten bekleed in de Bataafse Republiek, later in het koninkrijk Holland (een cadeau van Bonaparte aan zijn broer Louis) en werkten vanaf 1810 ijverig mee met de Franse bezetter. Hen werd niet verweten dat ze collaboreerden, want het “nationaal gevoel” was vrij klein. Een paar regenten zagen nieuwe horizonten toen begin 1813 de Franse catastrofe in Rusland duidelijk werd. Ze geloofden niet meer in een herstel van de oude republiek. De republikeinse idee was door de Franse revolutionairen en de staatsgreep van de Corsicaanse parvenu danig in diskrediet geraakt. Ze dachten aan een sterke vorst, maar dan eentje die door een grondwet en een parlement toch een beetje in toom werd gehouden. Het lag voor de hand aan wie ze dachten. Ze wilden niet op een eventuele zege van de geallieerden wachten. Wie weet wie ze dan opgedrongen kregen? De enige mogelijke authentieke Nederlandse kandidaat was Willem Frederik, de zoon van de laatste stadhouder, en bepaald geen onbesproken heerschap. Gênant Die Oranje had ooit geschreven dat een “volksregering” tot niets anders zou leiden dan “slavernij”. Met zijn vader in 1795 naar Engeland gevlucht, probeerde hij vervolgens in Berlijn fortuin te maken, want de koning van Pruisen was familie van zijn moeder en zijn vrouw. Van daaruit begon hij het hof te maken van Bonaparte, die hem tenslotte een kluif toewierp. Willem Frederik mocht over het vroegere bisdom Fulda regeren, met 110.000 onderdanen. Hij wedde vervolgens op het verkeerde paard, toen hij Pruisen steunde in de oorlog met Frankrijk. Bonaparte nam hem Fulda af. De kruiperige brieven van Willem Frederik aan de Franse keizer zijn gewoon gênant. Hij stuurde vervolgens zijn zoon naar Londen om een nieuwe bondgenoot op te vrijen. Tot zijn verontwaardiging zagen de Britten wel iets in die charmante jongen als eventuele Nederlandse vorst. Gelukkig had Wellington door dat de zoon een lichtgewicht was en zo kwam Willem Frederik, na de Franse catastrofe in Rusland, weer in beeld. * Tweede deel. Binnen een paar maanden viert Nederland de twee-honderdste verjaardag van zijn “onafhankelijkheids-strijd” en de troonsbestijging van de Oranjes. In werkelijkheid stelde die strijd bijna niets voor, maar die historische legende blijft een reden om op het Zuiden neer te kijken, waar niets bewoog. Oranje boven Eind 1812 worden de geruchten steeds sterker dat Bonaparte in Rusland een verpletterende nederlaag heeft geleden. De hoop op een terugkeer van duizenden Nederlandse dienstplichtigen verdwijnt. In april 1813 zijn er overal onlusten, wegens de gedwongen inlijving bij het leger. Hier en daar beginnen wat nationale gevoelens de kop op te steken. Op meer dan één plaats hoort men roepen: “Oranje boven!” Enkele regenten denken dat de dagen van Bonaparte geteld zijn. In Den Haag en in Amsterdam maken een paar groepjes notabelen plannen voor een herstel van de onafhankelijkheid. Ze hebben geen contact met de geallieerden en ze weten niet eens dat die allang beslist hebben dat Frankrijk in alle geval Nederland moet opgeven. De regenten zijn bang dat bij een Franse ineenstorting het gespuis van de straat zal plunderen. Ze willen aan de geallieerden bewijzen dat Nederland voor zichzelf kan zorgen. Een republiek is echter niet langer haalbaar na het brute geweld tijdens de Franse Revolutie. Het moet een gematigde monarchie worden en daar komt alleen Willem Frederik, de zoon van de laatste stadhouder, voor in aanmerking. Liefst roepen de regenten hem zelf tot vorst uit, anders arriveert hij toch maar met de hulp van buitenlandse bajonetten. Probleem: waar is ie? In Londen of in Duitsland? In Londen, al weten ze dat niet in Den Haag. De Britten zien inderdaad iets in een Nederlandse monarch en ze zijn zelfs bereid hem naast de Noordelijke ook de Zuidelijke Nederlanden toe te vertrouwen, want Antwerpen mag nooit meer in handen van een vijand vallen. De Hollandse regenten hopen dat de Franse soldaten Nederland zo vlug mogelijk verlaten. Het land mag geen frontgebied worden, zodat eventuele Pruisische en Russische “bevrijders” onmiddellijk Nederland weer verlaten om de Zuidelijke Nederlanden te plunderen. Dat soort mensen Dat lukt allemaal aardig, omdat Bonaparte eind oktober 1813 de slag bij Leipzig verliest, zodat in de meeste bezette gebieden de Franse garnizoenen het veld ruimen. In heel Nederland zijn maar 9.000 soldaten. Op 15 november verlaat het garnizoen van Amsterdam de stad. Een voorlopig stadsbestuur verklaart de stad neutraal, want je weet maar nooit met die Fransen. Misschien komen ze wel terug. In Den Haag vertrekken de Franse soldaten en ambtenaren twee dagen later. Daar zijn ze iets dapperder. Zodra de laatste Franse soldaat de hielen gelicht heeft, neemt een bestuur onder leiding van regent Gijsbert Karel van Hogendorp het heft in handen en verklaart zich meteen pro-Oranje. Er worden onmiddellijk vrijkorpsen opgericht om het land een legertje te geven. Die vrijkorpsen achtervolgen de Franse bataljons. Behoedzaam, want bij één incident keren de Fransen om en is het rennen geblazen. Van Hogendorp probeert een Staten-Gene-raal op de been te brengen om Willem Frederik uit te nodigen de macht over te nemen. Dat lukt niet. Iedereen is nog veel te bang. Van Hogendorp roept dan maar zichzelf en een paar vrienden uit als Algemeen Bestuurders, in naam van de vorst. Eén van zijn gezanten vindt Willem in Londen en die arriveert met een Brits schip op 30 november in Scheveningen. Hij moet op een mosselschuit overstappen om aan land te kunnen gaan. De tekeningen en schilderijen over die ontscheping staan in het geheugen van iedere Nederlander. Met de dankbaarheid eigen aan dat soort mensen, stelt Willem een ontmoeting met Van Hogendorp zo lang mogelijk uit. Met de bescheidenheid van dat soort mensen, eist Willem ook nog al het Duitse grondgebied tussen Rijn en Moezel voor zijn nieuwe staat op, maar dat pakt niet. De vorst heeft veel bij Bonaparte geleerd. Hij is geïnteresseerd in competente bestuurders en niet in getrouwe lakeien. Willem stelt ongegeneerd mannen aan die onder Bonaparte bewezen hebben dat ze bevelen gehoorzamen en geld uit de onderdanen kunnen persen. Hij deelt zijn nieuwe burgers in het zuiden mee dat hij via de vereniging “België vergroot”. In Nederland lachen ze er eens mee. De Hollandse regenten handelen alsof ze de Zuidelijke Nederlanden veroverd hebben, want daar was geen schijn van een bevrijdingsbeweging. Toch hebben Zuid-Nederlandse notabelen hun laatste wettige hertog, graaf enzovoort gecontacteerd, maar keizer Franz van Oostenrijk is alleen geïnteresseerd in Noord-Italië en niet in die lastige en verre Brabanders en Vlamingen. Niemand in het zuiden denkt aan een onafhankelijke staat, want men is al honderden jaren lid van een multinationaal rijk. Die houding is niet raarder dan het gedrag van de huidige politieke elite, die er ook niet aan denkt de EU te verlaten en die constructie is nauwelijks een halve eeuw oud. Bron : Jan Neckers in ’t Pallieterke °°° Geschreven door AABEE via Digitalia http://www.vlaamsbelang.org/ http://www.pallieterke.info °°°

Geen opmerkingen:

Een reactie posten