*
*
*
Kijk,
als tiener heb ik met overtuiging vele jaren lang Karl May gelezen en
herlezen, bij zodanig dat wij toen allemaal de wereld der dappere
Indianen beter leerden kennen dan zijzelf dat ooit hadden gekund.
Winnetou, het Opperhoofd der apachen, was een held in de ware zin van
het woord, en Old Shatterhand, zijn blanke vriend, was meteen ook de
onze. Wij, noch Karl May waren ooit in Amerika geweest, maar we wisten
er alles van. Later las ik dat A.H. dikwijls zijn generaals had
uitgefoeterd, dat ze meer Karl May hadden moeten lezen, dan zou de
oorlog ook een fluitje van een cent geworden zijn.
Want dromen hebben geen grenzen of beperkingen. Baron von Münckhoven
had dat ook die zichzelf, vastgeklampt op een kanonskogel over de
hoofden heen bij de vijand liet naar binnen schieten. Helemaal door de
lucht, heen en terug. Rapper dan ik het hier heb kunnen schrijven.
Pa Pinkelman
en Tante Pollewop waren ook van dezelfde soort helden: die starten ’s
morgens met hun trottinet en boterhammentrommeltje voor Kareltje, en
voor de middag waren ze via Het Land der Duizend Meren (Finland) al weer
terug, nadat ze de Piramiden van Gizeh waren gaan bewonderen. Om daar
in de ondergrondse gewelven De Schat van Toetenchamon hadden veilig
gesteld. Geen wonder, want Godfried Bomans (geen familie van Frank van
Thuis) had al die dingen al lang in zijn zak.
Zo
zijn onze wetenschappers vandaag de dag bezig met miljarden jaren,
gemakkelijker dan een boer omspringt met zijn kleine patatjes.
Lichtjaren, dat zijn allemaal fluitjes van een cent. Dat hebben ze
berekend. Allemaal waarschijnlijk met De Regel van Drie. Met hier en
daar ’n karpersprongetje naar de logaritmen en de hypotenusa waarvoor
wij vroeger ’n ezelsbruggetje nodig hadden. Met de computer gaat dat nu
allemaal veel rapper en veel juister.En als ze al eens komen vast te zitten, gaan ze om raad bij Frank DeBoosere. Die moet daarover niet nadenken, ze weten het van direct, maar ze moete willen luisteren. En dan is nu weer tijd voor Thuis.
*
*
GEPLUKT BIJ
*
*
Nieuw onderzoek wijst uit: "Zoek buitenaards leven nabij stervende ster"
*
Een
ster die stilaan de geest geeft, verwoest alles in zijn nabijheid. Maar
voor planeten die zich veel verder bevinden, kan dat net een heel ander
proces in gang zetten, suggereert nieuw onderzoek van het Carl Sagan
Institute. Want waar ooit enkel ijs regeerde, zou door de
temperatuurstijging plots leven mogelijk zijn.
Sterren,
zoals ook onze zon, hebben geen eeuwig leven. Wanneer ze zonder energie
komen te zitten, zakt de kern langzaam in, waardoor de temperatuur
stijgt. Daardoor zet de rest van de ster uit om een 'reus' te creëren.
Daarbij slokt de uitdijende ster nabijliggende planeten op. Toch is dat
geen slecht nieuws voor verdergelegen planeten. Want sommigen van hen -
momenteel ijskoude, diepgevroren werelden - krijgen plots de ideale
voorwaarden en temperatuur om leven op gang te brengen.
Kan
dat wat concreter? Wel, in het geval van onze zon zal dat proces binnen
zowat 7,5 miljard jaar van start gaan. De zon zal 200 keer groter
worden en van Mercurius en Venus zal geen sprake meer zijn. Onze aarde
houdt het nog uit, maar is dan compleet onleefbaar geworden. Veel verder
weg, rond Saturnus en Jupiter, cirkelen manen als Enceladus en Europa
die veel ijs bevatten. Een hetere zon zou daar op dat moment het
perfecte klimaat kunnen creëren voor nieuwe levensvormen.
9 miljard jaar
Of
we dat niet al eerder hadden kunnen bedenken? Tuurlijk, maar dat bleef
tot dusver theoretisch. Het was nog de vraag of die 'leefbare'
tijdspanne in de praktijk groot genoeg zou zijn. Een planeet moet
namelijk miljarden jaren in het zogenaamde 'Goudlokjegebied' - warm
genoeg om vloeibaar water te hebben, maar niet zo heet dat water
verdampt - gedijen om ook echt het lange proces van het ontstaan van
leven mogelijk te maken.
Blijkt
nu van wel, zo berekenden onderzoekers van het Carl Sagan Institute: de
planeten rond de grootste stervende sterren - rode reuzen genoemd -
zouden zich tot 200 miljoen jaar in een leefbare zone kunnen bevinden.
Maar voor kleinere rode reuzen, die minder snel en heet opbranden, kan
die periode voor planeten in dat Goudlokjegebied gerokken worden tot 9
miljard jaar. Dat is ongeveer twee keer de leeftijd van onze eigen
aarde. Lees: lang genoeg om een levensvorm te doen ontstaan en evolueren
op zo'n ijzige planeet.
In
ons zonnestelsel hebben verre ijzige werelden ongeveer een half miljard
jaar de tijd om te evolueren tot leefbare planeten. Onze aarde zal
tegen dan een bloedheet niemandsland zijn geworden.
Op zoek naar leefbare planeten
De
onderzoekers hebben nu ook een lijst van 23 rode reuzen opgesteld die
minder dan 100 lichtjaren van de aarde verwijderd zijn. Die zijn volgens
hen de ideale doelwitten om op zoek te gaan naar leefbare planeten.
Belangrijk
detail wel: de aanwezigheid van een planeet in het Goudlokjegebied rond
een ster wil niet zeggen dat er zeker en vast leven zal zijn (kijk maar
naar Mars). Dat is onder meer ook afhankelijk van de juiste atmosfeer.
De
wetenschappers geven verder toe dat ze nog helemaal niet kunnen
inschatten wat een rode reus precies doet met de atmosfeer van nabije
planeten. Als die atmosfeer vernietigt, blijft er van dit onderzoek niet
veel meer over. Ook de gevolgen voor de baan van de planeet moet mee in
rekening genomen worden. Want als een ster een rode reus wordt,
vermindert zijn aantrekkingskracht op de planeten eromheen.
*
*
Kijk,
dat is juist het aangename van De Morgen. Ze springen af en toe eens
uit de band. Of ze belichten ineens totaal onverwacht een van de hunnen
met een verkeerd daglicht. Renaat ’t Landuit van Brugghe die uitgejouwd
wordt door de Club-supporters als hij ongenodigd op het podium klautert.
En vandaag kreeg U bovenstaand verslag. Om duimen en vingers af te likken.
Ik
wou dat ik het zelf geschreven had? Want, samen met Willem Kloos, denk
ik van mezelf ‘een God te zijn in ’t diepst van mijn gedachten’.
Zelf
heb ik dat meestal in de vroege morgen, een paar seconden tussen wakker
zijn en dat niet willen. Dan staat er mij ineens iets voor de geest in
alle helderheid. Maar rapper dan het er is, is het telkens weer weg.
Ik
denk dat dat een beetje de richting uitgaat van Icarus die te dicht bij
de zon is willen gaan fladderen. Dan heb je gelijk een vliegje dat te
dicht bij de kaarsvlam is gaan vliegen, en zijn vleugeltjes verbrandt.
Vandaar
dat mijn schouders iedere morgen wat tijd nodig hebben om weer normaal
te doen. Al kan dat ook aan de slaapluizen liggen.
(Get) Digitalia
*
*
Geen opmerkingen:
Een reactie posten