dinsdag 24 januari 2012

620 VLAAMS PATRIOTISME IS ONZE NAAM





Aperitiefhapje op bedje van Patriotisme

o-o-o-o-o-o-o-o-o-

Vlaams nationalisme wordt Vlaams patriottisme
Wednesday, 14 December 2011 14:17 Jaak Peeters
Overgenomen bij blog < http://www.doorstroming.net/
-o-o-o-o-o-o-o-
Het Vlaams nationalisme is bezig van natuur te veranderen. Het evolueert in snel tempo van een verdedigend Vlaams nationalisme naar een zelfbewust Vlaams patriottisme.
Het verschil tussen beide is, dat in het Vlaams nationalisme de verdediging van de eigen identiteit centraal staat. In het Vlaams patriottisme – zoals in elk patriottisme – wordt die identiteit als iets gewoons aangenomen en wordt de verdere structurering van de samenleving mede op de vanzelfsprekende aanwezigheid van de betrokken nationale identiteit ontwikkeld.
Soms hoor je zeggen: het Vlaamse nationalisme is klaaglijk, het is kaakslagflamingantisme. Ten bewijze daarvan voert men de Vlaamse opwinding met betrekking tot Brussel-Halle-Vilvoorde op - of dergelijke dossiers.
Die mensen vergissen zich.
De massa van de politieke spanning kan namelijk niet langer in hoofdzaak op het continuüm ‘defensief-offensief’ worden gesitueerd. De politieke spanning in Vlaanderen bevindt zich steeds meer rond het nemen van de beslissingen die aan de orde zijn in elke normale democratie die op de vanzelfsprekende aanvaarding van de nationale identiteit berust.
Het proces van verschuiving naar dat laatste zien we zich nu onder onze ogen voltrekken.
We constateren dat de Vlaamse minister van Begroting voor ‘zijn’ parlement uitleg moet komen geven over een financiële manipulatie, die hij hoogstwaarschijnlijk ter goeder trouw heeft gedaan, maar waar sommigen uit dat parlement zich niet voldoende bij betrokken voelen. Het gaat om Vlaams geld, een actie van een Vlaamse regering, ter redding van een holding in Vlaanderen. Overleg werd gepleegd met net-niet buitenlandse collega-regeringen, de Belgische regering werd niet bij de zaak betrokken en het dossier werd ‘in alle droogte’ door uitsluitend de Vlaamse instellingen afgehandeld. Precies zoals zou gebeuren indien Vlaanderen een soevereine staat zou zijn geweest.
Dit is een voorbeeld van een samenleving die voluit bezig is haar eigen democratische legitimiteit te beleven. Ze doet dat op grond van een vanzelfsprekende ‘vlaamsheid’. De kritiek die de Vlaamse begrotingsminister te verteren krijgt handelt niet over het Vlaamse aspect van de hele zaak, maar over de democratische correctheid van het regeringsoptreden. Waarmee diezelfde regering meteen ingeschreven wordt op de lijsten van de regeringen die volgens democratische staatsprincipes (willen) handelen.
Om het sociologisch te zeggen: er is een vanzelfsprekende aanname dat, althans voor een belangrijk deel van het maatschappelijke leven, de Vlaamse nationale identiteit de centrale basis vormt van het politieke gebeuren.
Bart Dewever en zijn NVA hebben, naar men zegt, de ‘grondstroom’ die in Vlaanderen leeft te pakken gekregen. Dat zal wel wezen, maar het essentiële lijkt toch dat tot die grondstroom steeds meer behoort dat een dominant gedeelte van de bevolking het Vlaams zijn niet alleen aanvaardt, maar kennelijk bereid is dat tot centrum van (een deel van) zijn politiek handelen te nemen of te laten zijn.
Dat is een fundamenteel andere toestand dan, laten we zeggen, twintig jaar geleden.
Niet dat in die jaren het Vlaamse element niet aan de orde kwam. Mensen als Jos de Saeger hebben de verdienste dat ze ‘Vlaanderen’ naar het gebeuren in Brussel hebben gehaald. Maar Vlaanderen bleef altijd iets perifeers. Het centrum was België en de Belgische identiteit. Het Vlaamse: dat kwam er nog eens bovenop, doch als aanvulling of zelfs eventueel ter benadrukking van de Belgische identiteit, maar altijd perifeer.
Periferie en centrum zijn dus van positie verwisseld, en dat is de kern van het aanvoelen van NVA.
Het probleem van de traditionele partijen is dat ze niet of onvoldoende bij machte zijn om deze mentale ‘switch’ ook te maken. Hoewel ze taalkundig en organisatorisch los staan van hun Franstalige zusterpartijen, zijn ze mentaal nog steeds met hen verbonden. Ze redeneren nog steeds als liberale, socialistische of christelijke families, en zodoende houden ze vast aan de Belgische identiteit als centrum, zoals die altijd al was.
NVA heeft geen Franstalige zusterpartij en kan zich dus makkelijker richten naar de Vlaamse identiteit als kernpunt van de overkoepelende nationale identiteit. En zo is het niet toevallig dat diverse maatregelen ter inburgering van nieuwkomers in de kringen van NVA hun oorsprong vinden: voor NVA gaat het om de burger van de Vlaamse staat.
De opeenvolgende hoge scores voor NVA in opiniepeilingen hebben uiteraard te maken hebben met een diep, maatschappelijk ongenoegen over de gang van zaken in den lande. Maar dat diep maatschappelijk ongenoegen vindt een deel van zijn wortels ook in de steeds groeiende vanzelfsprekendheid waarmee de modale Vlaming zich tenminste òòk Vlaming voelt. Men hoort het elke dag: “ die Walen..!”- onderverstaan: “en wij, Vlamingen”. Die wederzijdse affirmatie lijkt een vast politiek feit te zijn geworden.
Precies op dat punt slaagt NVA er tot nog toe in de koppeling te maken tussen vlaamsnationale besognes en het politiek en maatschappelijk optreden in de ‘normale’ staat. De traditionele partijen slagen hierin niet en dat zou wel eens de echte basis kunnen zijn van het wantrouwen dat bij velen tegenover hen heerst. Om het simpel te zeggen: de traditionele partijen groeien mentaal en existentieel weg van de modale Vlaming.
Hiermee belichaamt NVA dus het nieuwe Vlaamse patriottisme, dat niets anders is dan het uitbouwen van de maatschappij in Vlaanderen op de grondslag van een vanzelfsprekende Vlaamse identiteit. En daar schuilt ook het probleem van het Vlaams Belang, dat er namelijk niet in slaagt de stap naar het patriottisme te zetten.
Oh ja: er moet ook nog verdedigd worden. De kwestie Brussel-Halle-Vilwoorde, bijvoorbeeld. Maar ook daar priemt een heel andere dimensie doorheen de kieren. Als artikel 4 van de Belgische grondwet het grondgebied van deze staat in vier taalgebieden indeelt, dan zou iedere normale burger dat moeten weten. Men moet zijn grondwet kennen. Meer nog: iedere burger moet die grondwet ook nog toepassen en, in voorkomend geval, doén toepassen. Dat heeft steeds minder met flamingantisme te maken, maar alles met goed burgerschap. Wie tegenover Franstalige extremisten toegeeflijkheid in de toepassing van die wetten en ipso facto van de grondwet aanvaardt, ondergraaft zélf de democratische rechtstaat. Precies dat ondermijnt de geloofwaardigheid van de traditionele partijen, want de Vlaams geworden burger neemt niet langer dat de wetten die rondom de Vlaamse identiteit zijn gebouwd, van mindere signatuur zouden zijn en dus aan het heil van het Belgisch centrum mogen opgeofferd worden.
De houding van NVA in deze kwestie verschijnt bijgevolg niet langer meer (alleen) als een flamingantische eisenbundel, maar is steeds meer een uiting van het streven naar de goed functionerende rechtstaat.
Een Vlaamse rechtstaat.
Ook hier verschijnt dus de patriottische dimensie.
Ja: het Vlaamse nationalisme verandert van natuur.
Het wordt Vlaams patriottisme.

-------------------
Diagonaal herlezen
Wat lezen we hier een boel mooie zaken! Is helemaal politiek-correct, want de schrijver is bestuurslid bij de N-VU nadat hij jaren geleden om welke reden dan ook, de deur achter zich heeft toe geklapt bij het Vlaams Blok. De man heeft dus zijn verdienste.
Moet het nog gezegd, dat hier op deze blog tot na de verkiezingen van 14 oktober 2012 geen woorden meer aan vuil gemaakt worden wie nu de goede, de betere of de beste Vlaming is : de Nieuwe VU-er met een bijgesteld soepel Tjeefachtig programma inzake ‘kom d’er in : we zijn rijk genoeg om niet alleen Wallonië te onderhouden maar ook daarbij de halve wereld. Stoere taal! Wij zijn niet lijk die van het Vlaams Belang, met hun ‘Alles voor Ikke en de rest mag stikke’ : wij zullen, eenmaal we de Vlamingen allemaal aan de bedelstaf hebben geholpen, wel voort geholpen worden door onze Linxe Syndicale Leiders die de mond vol hebben met ‘solidarité’.
Terzake is het misschien wel interessant om zo ‘’n 60-70 jaar terug te denken. Om dezelfde armoede te zien die ons nu weer staat te wachten. Onze grootouders, en zelfs onze eigen ouders trokken naar den vreemde ver van huis om tegen een hongerloon hun grote gezinnen te kunnen onderhouden. Als kind had ik 16 nonkels en tantes, acht van vaders- en acht van moederskant. Dat moet zowat bij de 100 neefjes en nichtjes zijn geweest! En ja, we hadden geluk : met onze kaart van Kroostrijk Gezin kregen we 50% vermindering op het Spoor. Maar we alleen in 3de klas, op houten baken….
Ion Vlaanderen waren er veel handen (en monden) teveel. Maar de Brusselse en Waalse kapitalisten vertikten het om te investeren in Vlaanderen. We moesten wachten op het vertrouwen van de Amerikanen na WO II tot onze werkkracht ontdekt werd en er werk en dus welstand in eigen streek kwam.
Moet het gezegd, dat die welstand een teer plantje is? En dat De PS niet zal rusten tot alle levensnoodzakelijke zuurstof uit de lucht weggezogen is?
Mag ik de attente lezer dus verrassen met een Koninklijke Tafelschikking in Laeken, voor de gelegenheid en om de eetlust (of wraakzucht?) aan te scherpen, overgenomen heb bij http://www.bloggen.be/roeland/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten