*
(*) ‘Ultimo’ is het Italiaanse woord voor ‘de Laatste’ (ipv ‘Primo’ of ‘Secundo’ voor de Eerste of de Tweede).
Ik heb deze uitdrukking leren kennen door weer eens ’n andere Coburger
Grootheidswaanzin dame (van Lichte Zeden) te leren kennen, namelijk
Marie José, zuster van Leopold III, de laatste koningin van Italië. Ze
was (zoals algemeen gekend) o.a. de aanhoudster op niveau
van fascistenleider Benito Mussolini, waardoor ze bij hem voorspraak
verkreeg zodat haar broertje bij de Grootste Führer aller Tijden op de
koffie kon komen…
Wat hem na de oorlog zijn kop heeft gekost. Ook haar kostte het de Kroon (en de centen) want na amper 23 dagen werd het koppel Umberto van Savoye-Marie José van België door de Italiaanse bevolking wandelen gestuurd….
Voor
mij dé ideale werkwijze om van dat soort volksraadplegingen het water
in de mond te krijgen….Adieu, mercie en tot nooit meer.
Van
’n toeval gesproken! In vorig nummer van deze blog kwam, moreel
gedwongen door de omstandigheden, het weggooiers-gedrag van ons eigen
achterop hinkend Coburgia ter sprake. En zie: vandaag zien we dat dit
achterop hinken verre van uitzonderlijk is. Woorden wekken, maar
voorbeelden trekken. Ongeveer zoals de pestbacillen of de
cholerabacteriën.
Tekst
en uitleg hiervoor zijn weggekaapt van ‘over het muurtje’. Hieruit valt
te leren dat onze Noorderburen heel wat alerter zijn voor wat betreft
het slijk der aarde. Zuinigheid is echter ’n karaktertrek die totaal
ontbreekt bij alles dat ruikt naar Franse chi-chi met daar bovenop de
duivelse grijns van Karl Marx.
Stelt zich alleen maar de vraag hoe lang dat kan duren. is ’n mooie stad… Maar die ligt jammer genoeg niet binnen onze grenzen.
**
‘Brussel’ is Nederlands verzet tegen hogere bijdrage zat
**
*
Geplaatst op 5 november 2019 door E.J. Bron
(Door: Ruud Mikkers)
BRUSSEL
– De Europese Commissie heeft er de buik vol van hoe lidstaten als
Nederland en Duitsland in haar ogen een valse voorstelling van zaken
geven over de nieuwe meerjarenbegroting. Maar dat de bijdrage van rijke
landen met miljarden omhoog zal gaan in de periode 2021-’27 ontkent
helemaal niemand.
De Telegraaf
„Dien
je de belangen van je burgers als je vasthoudt aan een bijdrage van 1%
(van de economische omvang, red.)? Ik ben er niet zo zeker van”, besluit
Gert Jan Koopman, directeur-generaal Begrotingszaken van de Commissie
in Brussel zijn toelichting op plannen voor de nieuwe
meerjarenbegroting. Het is erg ongebruikelijk dat EU-topambtenaren zich
openlijk uitspreken over gevoelige onderwerpen, maar kennelijk zijn de
frustraties over de gang van zaken zo hoog opgelopen dat er terug gemept
moet worden.
Onderhandelingen
over een nieuw meerjaren-budget lopen al 1,5 jaar, maar vorige week
zorgde gelekte cijfers aan de hand van Duitse berekeningen voor onrust.
Bijdrages van landen als Duitsland en Nederland dreigen met vele
tientallen procenten omhoog te schieten als de bijdrage wordt
opgeschroefd tot 1,11 procent van de Europese economie.
Toveren met getallen
In
het geval van Nederland zou de bijdrage in 2027 uitkomen op 13 miljard
euro. Een valse claim, aldus de Commissie, die uitkomt op een bedrag van
7,67 miljard euro (tegenover 5,24 miljard voor volgend jaar). Hoe is
dat aanzienlijke verschil te verklaren? Iedereen lijkt vrijelijk te
kunnen toveren met getallen, naar gelang de politieke boodschap die er
moet worden afgegeven.
Allereerst
rekent de Commissie niet, en Nederland wel de douaneafdrachten mee.
Voor volgend jaar is dat bijna 3 miljard euro. Volgens Europese regels
komen deze inkomsten rechtstreeks toe aan de EU, het is een zogeheten
eigen middel. Dat is zo geregeld omdat Nederland het geld int, omdat het
toevallig aan een Europese buitengrens ligt en met de Rotterdamse haven
een toegangspoort tot de interne EU-markt heeft. Nederland betwist
overigens niet dat de EU dit geld toekomt, maar neemt het wel mee in
eigen overzichten van de afdracht om te laten zien wat er binnenkomt.
In
de tweede plaats rekent de Commissie voor 2027 met het huidige
prijsniveau, terwijl de hogere cijfers zijn gecorrigeerd met inflatie en
economische groei. Over een periode van zeven jaar betekent dat
miljarden verschil.
Achterhaald
Wat
de discussie nog ingewikkelder maakt, is dat het begrip nettobetaler
volgens Koopman volstrekt achterhaald is. In de oude EU ging geld vooral
naar landbouw- en regionale ontwikkelingsfondsen, het is vervolgens
relatief makkelijk te berekenen wat een lidstaat terughaalt.
Maar
in toenemende mate wordt er geld uitgegeven aan zaken die minder
makkelijk meetbaar zijn. Hoe bereken je in welke mate Nederland
profiteert van gezamenlijke bewaking van EU-buitengrenzen? Of van de
bouw van een Europese supercomputer, bedoeld om bij te blijven in de
technologierace met de VS en China? Of gezamenlijk klimaatbeleid?
Sowieso
staat buiten kijf dat Nederland als exportland bovengemiddeld
profiteert van de interne markt, en dat is echt niet alleen voor de
multinationals belangrijk maar ook voor het MKB. De Commissie becijfert
dat voor de periode 2021-’27 jaarlijks gemiddeld een bedrag van 84
miljard euro verdiend wordt dankzij de interne markt, wat overeenkomt
met 9,46% van de Nederlandse economie.
Maar
er zijn ook landen die nog meer uit de interne markt halen en waarvan
de afdracht toch minder hard stijgt. Een politieke deal zal dan ook nog
wel zeker een half jaar op zich laten wachten, verwachten betrokkenen.
Een
bijdrage van E.J. Bron, zelfs ’n Nederlander, die kan tellen. Maar er
is meer. Daarover morgen straks het neusje van de zalm bij de mosterd
van Christine Keeler, bijgenaamd La Garde, de EU –IMF & ECB
maîtresse uit Straatsburg die de wereld ons benijdt..
Donderdag 7 November 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten