woensdag 27 december 2017

4379


Donderdag 28 December 2017

4379 - PORTVIJ OPEN BRIEF AAN EEN (gewezen) GROOT MAN
*
INHOUD: NIEUWJAAR – VLAANDEREN REBUILT: heb biets tegen Limburg, ook zeker niet tegen Het Belang ervan. Was half de jaen ’50 (gedwongen) te gast in Beverlo op kosten van ‘Landsverdediging’. Maar kwal er ongeschonden uit. U leest hieronder over een talentvolle ‘columnist’ wiens afgetakeld voorkomen helemaal niet in overeenstemming is is met de inhoud van zijn schrijfsels: afgeleefd en rijp voor de schroothoop.
En nog zo jong!
En neen, ik noemmet benge verwachtingen voor de toekomst, geen namen….

O U V E R T U R E  
OPUs  B A R D O L LI N O
(A N DANTE)
*
OPEN BRIEF

Goede morgen, Meneer wiens naam ik uit respect, niet uit m’n klavier getikt krijg. U begrijpt me wel.
Er is namelijk zoveel in Uw schrijfsel van vandaag in de De Morgen, dat U wel de indruk geeft met volle teugen het kind van de rekening te willen zijnn.
Had U zich tenminste geschoren, voor U aan de slag ging!
**
*
U doet me denken aan het gedicht van wilen Grootmeester Willem Elsschot die dichtte over
Het Huwelijk
Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.

Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.
**
*
Eerst haalt U onze tradities onderuit. Ja, dat is Uw volle recht. Maar wat is de bedoeling? Toch niet, of soms wel,  onder de indruk van de verloedering?
Als alles verandert, wat U hieronder niet kunt laten impliciet toe te juichen, waar moet dat dan eindigen, anders dan in een puinhoop?
Het siert U dat U naar het einde toe bich Oud en Nieuw, noch Uw vrouw, verkettert of die behandelt als ’n versleten dweil.
Tenslotte als mijn  besluit de vraag: is U nu voor of tegen Kerstmis en Nieuwjaar?
*
Na jaren huwelijk is er niets meer te bedenken dat nog voor vervoering zorgt op kerstavond
*
Hugo Camps over de cadeautjes-dwang met de feestdagen
**

*
Volgens sociologen worden mensen steeds meer afkerig van tradities. Ze willen af van de ouwe hap. Je ziet het in veranderend stemgedrag, in
gastronomie en mode, in haarsnit en make-up. Alleen de traditie van oud en nieuw lijkt onuitroeibaar. De cadeautjes, de vrome wensen, de feestjes, de rituelen zijn als door eeuwen geslepen gesteente van de overgang blijven liggen. Iedereen even oud.

En er is de weerkerende vrijpostigheid: je mag met oud en nieuw weer even aanraakbaar zijn, je lieve oogarts zoenen, een glaasje heffen in het midden van de dag. De stijfste harken worden vloeibaar.

Het uitwisselen van nieuwjaarswensen suggereert een nieuw begin, maar eigenlijk is het een poëtische vorm van bedelen. Meestal ligt het envelopje voor de postbode, de vuilnisman, de straatveger dagen van tevoren klaar. Het lucht op, vrijgevigheid. Tezelfdertijd koop je bij mannen en vrouwen die in weer en wind je rotzooi opruimen weer een jaar dienstbaarheid af. Ik krijg altijd een goed gevoel bij deze triviale vorm van dankzegging. De sociale impact van envelopjes is overweldigend. Daar kunnen woorden en gezangen niet tegenop. Je mag het minderwaardig vinden op de schaal van geluk, maar geld socialiseert meer dan eender welke hooggestemde riedel.

Nee dat is niet erg: de mens heeft niet meer te bieden dan de mens.

Ontreddering
Kerst en Nieuwjaar zijn dwingelanden van de traditie en daar komt soms ontreddering van. Er moet hoe dan ook een pakje onder de kerstboom. Wat, hoe, waarom doet er niet toe. De belofte van een reisje naar de zon of een weekendje Firenze activeert de kerstemoties niet. Het gaat om hier en nu, om dat pakje met strik binnen handbereik.

En dus struinde ik door de stad op zoek naar cadeautjes voor vrouw en kinderen. Een foltering, want het moet ook nog origineel zijn. Met zakdoekjes en parfum red je het aureool van de liefde niet meer. Schoeisel is precair als je niet zeker bent van de schoenmaat. Een bezoekje aan de juwelier is zelfs verdacht, als man alleen. Op gevorderde leeftijd kun je niet meer om een armbandje met hartjes vragen zonder dat de juwelenboer denkt: haha, meneer zit achter een jong ding aan.
Met satijnen zakdoekjes durf je niet meer thuis te komen – te ouderwets. Met een mooi boek ook niet – boeken kopen we al het hele jaar. Een reisje naar Oman is niet alledaags, maar dan word je verondersteld te golfen en dat doe ik niet. Na jaren huwelijk is er niets meer te bedenken dat nog voor vervoering zorgt op kerstavond. Eten en drinken deden we eerder ook al.

De kinderen hebben het mij makkelijker gemaakt. Zij willen het liefst een envelopje zodat ze zelf de spullen kunnen kopen naar believen. Ik heb het geprobeerd, maar bij mijn vrouw lukt dat niet. Zij wil me zien lijden in inspiratienood.

Mijn vader heeft nooit een kledingwinkel vanbinnen gezien. Zelf schoenen kopen deed hij ook niet. Zijn cadeau was een liedje zingen in de nachtmis. Mijn moeder kocht voor hem ieder jaar sokken en ondergoed voor onder de kerstboom. Heerlijke tijd.

Na mijn cadeaujacht door winkelstraten kwam ik verward en uitgeput thuis. Mijn vrouw zat naar een film van Charlie Chaplin te kijken. Ik inhaleerde de zegeningen van het lompenproletariaat, zij het dat de vrouwen toen ook al hoedjes droegen. Triomfantelijk gooide ik de aankoopbon voor een paar laarsjes van A.F. Vandevorst op tafel. Passen moest ze zelf maar doen in de winkel. Dat wou ze graag, maar noem het dan geen kerstcadeau, zei ze. “De Kerstman is als Sinterklaas: hij is er of hij is er niet.”




*
(Hemelreiker)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten