*
2991* - PLAATSELIJK
MAAR OOK DE WERELD ROND DE VERDIENSTE VAN EEN REUS…..
.
*
Deze keer een authentieke West
Vlaamse keikop
.
.
Geen koerscoureur, geen liedjeskweler,
geen voetbalheld, niet eens ne polletieker….
.
*
INLEIDING
Vandaag, één November, een mooie dag om dood te zijn. Zoals heel zijn
leven, heeft ‘Boer Clercq’ een zesde zintuig gehad om de dingen goed te doen.
‘We doen wij Stille voort’ was dan ook zijn eerder korte repliek als iemand hem
vroeg hoe hij het stelde.
De wereld zal nooit meer dezelfde zijn, wordt dikwijls gezegd, en daar
is de Grootindustrieel Roger Declercq, de tapijtgigant uit Wielsbeke, het
zoveelste voorbeeld van.
Dat de wereld hem onder elkaar, eerst als scheldwoord, later als
ereteken, aan sprak met ‘Boer’ raakte zijn kouwe kleren niet. Iedereen sprak
hem dan ook persoonlijk aan met Meneer Declercq, vooral als er van hem een
gunst werd verwacht. Heb het dikwijls meegemaakt, dat over de middag kopers,
verkopers, Advocaten, techniekers, experten die druk aan het vergaderen waren
in de burelen, mee moesten naar ‘t Hof (de hofstede) waar er een sober maar
fijn middagmaal werd aangeboden, zodat de besprekingen daar gewoon konden
doorgaan…. Meneer Declercq zat dan met zijn familie gewoon te eten in de stille
boerenkeuken, daar waar er in de enorme woonplaats van vroeger een geroezemoes
van jewelste was. Ja, Noël DeM.., mijn verslag vroeg maar 5 minuten, maar
duurde meer dan een vol uur, wegens al dat telefoneren van u…..
*
Persoonlijk heb ik van hem zeker 10 seconden gekregen, toen mijn
weggetje zich kruiste met zijn autosnelweg.
Het goedkeurend woord daarbij klonk meer als de tevreden grol van een
tevreden herdershond, dan als teken van waardering. Want ja, mijn planeetje
draaide zowat 30-40 jaar rond de zon van zijn ondernemingslust en de vele
uitlopers. Van het prille begin van zijn aanpak, namelijk het aan werk en dus aan
een (ruim) inkomen helpen van vrienden en bekenden was daar de basis van. Hij
stond ontelbare keren borg voor hen bij de Bank, zodat zij zich als
‘thuiswever’ konden vestigen. Meestal in hun oude vlasschuren. Of kiekenkoten,
waar de ganse familie dag en nacht wroette. De in hoofdzaak Franstalige
textielbarons in de wijde omgeving, de bedenkers van die eretitel, wilden wel,
maar ze konden hem niet nekken, omdat al die kleine bedrijfjes van meet-af aan
als familie-vennootschappen waren gestart. Ondergetekende heeft daar decennia
lang fiscale aangiften voor ingediend van vele miljoenen. Werken voor ‘den Ballieiu’
bracht inderdaad nog meer op dan dat gesleur in weer en wind met vlas. Naast
tapijtindustrie was er vanzelfsprekend de vele aanverwante nevenbedrijven.
Transport. Verbouwingen aan bedrijfsgebouwen en privé woningen. Zeilmakerij.
Het was meteen ook de wind in de zeilen voor de spaanderplaten-industrie, waar
er toen in iedere gemeente minstens één van was. Nu zijn er slechts twee van
hen over gebleven, die op hun beurt wereldbedrijven zijn geworden? Ik noem
Unilin van de Familie Thiers, en Spano van de Familie Vanden Avenne, anex
veevoederfabriek.
Vandaar mijn persoonlijk gezegde in verband met de welvaart van een
bepaalde streek: zet er één man met durf en gezond verstand, en de rest komt
vanzelf. In de familie Declercq klinkt het als volgt, met de woorden tot de
gevelde held in zijn houten kist vooraan in de kerk: “Je had alle sleutelelementen
voor succes: dromen, denken, durven, doen en doorzetten. Je was een visionair,
en een bron van inspiratie en motivatie”.
*
MIDDENSTUK
Onder voorname dankzegging
overgenomen door Digitalia
bij
*
Afscheid van
textielmagnaat Roger De Clerck
In een
volle Sint-Laurentiuskerk in Wielsbeke heeft zaterdagochtend de
uitvaartplechtigheid van de 91-jarige industrieel Roger De Clerck
plaatsgevonden. Behalve familie en personeelsleden waren ook veel ondernemers
en politici aanwezig.
De
oud-topman van de textielgroep Beaulieu, ook wel gekend als boer Clerck,
overleed op 23 oktober na een slepende ziekte.
Het was
kleinzoon Gregory die de aanwezigen, onder wie de burgemeesters van Wielsbeke
Jan Stevens, van Waregem Kurt Vanryckeghem, van Deerlijk Claude Croes en van
Oostende Johan Vande Lanotte, welkom heette. Ook oud-gouverneur Paul Breyne en
Belgacomvoorzitter Stefaan De Clerck waren aanwezig. De kleinzoon had het over
het levenswerk van zijn “bompapa”, namelijk de uitbouw van de groep Beaulieu. “Je
had alle sleutelelementen voor succes: dromen, denken, durven, doen en
doorzetten. Je was een visionair, en een bron van inspiratie en motivatie”.
Tijdens de
homilie namen vijf kleinkinderen het woord. Zij rakelden familieherinneringen
op en schetsten Roger De Clerck als een liefdevolle grootvader.
Van een massaopkomst
was geen sprake. De kerk zat helemaal vol, maar buiten stonden amper een
vijftigtal mensen de uitvaartplechtigheid te volgen via televisieschermen.
*
UITLEIDING
*
Het zal dezer dagen in de streek weer gonzen van de geruchten,
de verhalen en de anecdotes. Ik heb er vele honderden gehoord of zelf beleefd.
Maar ik beperk me tot dat ene verhaal uit eerste bron, waar de handelsmissie
naar Londen het toen moest stellen zonder Prinselijke of Koninklijke
begeleiding. We schrijven begin de jaren ’60 of zo. De vlasindustrie, ‘het vlas’
zit op zijn ‘gat’ en de 4 weverkes die er toen al waren, zouden, als zij ter
botermakrt wilden met lege platelen moeten thuiskomen. ‘Séten Clercq’ met
Herman La…, de boekhouder van Unilin, die een mondje Engels sprak, zitten in
Londen. Netjes, zoals gebruikelijk in Engeland, hun beurt af te wachten. Na dat
spel goed bekeken te hebben, staat Séten recht, en zegt aan Herman: “wa gade
gij daar blijven zitten, van achter in de reke. ’t Is van voren, dat de prijzen
worden uitgedeeld.” Waarop Herman La…
tot zijn grote verbazing moet vaststellen, dat de Engelse kandidaat-kopers en Séten
Clercq elkaar perfect begrijpen. Dan wil Herman onderbreken. “Maar Rezé”, zegt
die, “dat kunde gij toch nooit nooit waarmaken, gij en Uw Madam in hulder
kiekenkot met die paar occasie getouwtjes.” Maar hij wordt stil gelegd, en de
twee komen naar huis met commandes tegen
prijzen waarvan de gigant DePoorter in Aalbeke maar kan van dromen. “En nu”,
vraagt Herman. “Laat mij maar doene”, replikeert Rezé, en hij rijdt vrienden en
kenissen af die een week later dag en nacht aan het weven zijn…. Waar
familmiaal kapitaal ontbrak, tekende Boer Clercq waarborg bij de Banken. Dat
was het ontstaan van de reputatie als Boer Clercq; een naam hem toegedicht door
de meestal Franstalige textielbaronnen uit de streek, die node al die kleine
familie-vennootschapjes zagen uit de grond komen. Hadden zij toch wel in Brussel
de discussie verloren, dat ‘thhuiswerkes’ niet konden onderwerpen worden aan de
die kostelike RSZ-bijdragen voor werknemers… Als ‘vennoten’ werkte heel de
familie dag en nacht en jaren lang hebben wij daar fiscale aangiften ingediend
van vele miljoenen….
Dit verhaal over de Londense Handelsbeurs ken ik van een
klant, ook een Roger, die net uit hetzelfde hout als Boer Clercq was gesneden,
die het had van zijn goede vriend Herman. Deze tweede Roger had, toen ik hem
leerde kennen, één kramakkele container-vrachtwagen
voor de handel in houtspaanders. In de loop der jaren heb ik dat wagenpark zien
uitgroeien tot 45 stulks die dagelijks elk honderden kilometer aflegden in
binnen- en buitenland. Dat was de tijd dat in bijna in ieder dorp een
spaanderplaatfabriek opdook, waarvan vandaag alleen de Unilin van de Familie
Thiers, en de spano van de Familie Vanden Avenne zijn overgebleven, beiden meer
dan internationaal bekend.
Zijn vaste uitspraak van die 2de Roger, de
zelfdzame keren dat wij met vrienden aan de pinten zaten was:
“God zij dank, we zitten weer
in den drank.
Onze Lieven Here, brengt ze
maar zere….”
*
Ja, juist, speciaal dàt ondernemend Vlaanderen heb ik
hartelijk lief! Dat Vlaanderen boven al. Dat is ’t refrein. ‘t Is het
liefdeslied, dat ik nooit vergeten zal…
*
Dit was de allerindividueelste expressie van de aller
individueelste emotie van……
(Get) Digitalia
*
EINDE
*
Geen opmerkingen:
Een reactie posten